Restauratie

De onderhoudstoestand van het monumentale kerkgebouw bleek in 1987 zo slecht, dat er in medio 1988 begonnen is met herstel-werkzaamheden. Dit is in 4 fases gebeurd.

In fase 1 is de kapconstructie van het middenschip en de noordbeuk hersteld met vervanging van de beide tussengoten en de restauratie van de koorsluitingen. Deze fase is in 1989 afgerond.

Fase 2 had betrekking op de restauratie van de pastorie en bestond uit het vervangen van de deuren (zowel voor als achter) en de goten, vernieuwen van de dakkapel, het repareren van het zinken dak en het verstevigen van de dakconstructie, schilderwerk en de reparatie van voegwerk. Deze fase is in 1992 voltooid.

In fase 3 is de kapconstructie van de toren en de constructie van de klokkenstoel gerestaureerd, het muurwerk van de kerk en de toren is gerepareerd en er is onderhoud gepleegd aan het dakvlak aan de zuidzijde van de kerk. Begin 1995 werd deze fase afgesloten.

De laatste fase van de restauratie, het restaureren van de zuidzijde van het kerkgebouw, betrof de kapconstructie van de zuidbeuk, de leibedekking, voegwerk, glas/lood ramen, afdekking van de topgevel met aansluiting op de toren, stukadoorswerk binnen t.p.v. ramen en gewelf en de rest van het kerkgebouw (muurwerk, kooromgang, noordbeuk, topgevel noordbeuk, riolering noordzijden, c.v.-ruimte, schijngewelf nabij orgel). De restauratie-werkzaamheden zijn in 1998 voltooid.

Daarmee werden de jaren van restauratie afgesloten. Echter, er moet aandacht blijven voor het onderhouden van het interieur, het orgel, etc. Daarnaast zijn er de benodigde werkzaamheden ten behoeve van het regulier en groot onderhoud.

Rondwandeling:

De toren
In het torenraam zijn vier ramen met gebrandschilderde wapens van de bewoners van kasteel Twickel aangebracht. Verder is in de toren naast een oude offerkist een nis in de muur waar diverse gevonden voorwerpen en fragmenten te zien zijn, zoals bijbelsloten en een paardenkies. Deze voorwerpen komen waarschijnlijk uit de tijd van Napoleon, die kerken als paardenstallen benutte. Verder zijn er ook offerschalen en een stuk van een sarcophaag te zien. In de Bentheimerstenen, aan de buitenkant van de toren, zijn de steenhouwersmerken te zien. In een aantal daarvan herkent men Germaanse runentekens.

De kerk
De kerkbanken
zijn uit de 17de eeuw. Langs de muren een aantal zg. Herenbanken: aan de rechterkant, achterin de kerk, de Twickelbank, daarvoor de rentmeestersbank en daarvoor het oude Reigersgestoelte, oorspronkelijk eigendom van het geslacht de Reiger, later is het in het bezit van de familie Bitter overgegaan.

Aan de Noord kant links eerst de 17e eeuwse kostersbank, daarnaast een bank afkomstig uit het kerkje in het Duitse Lage (bij Ootmarsum) waar Twickel bezittingen heeft. Dit kerkje werd in 1687 door de heer van Twickel gebouwd en tot in deze eeuw onderhouden. Bij de modernisering van het kerkje in de 70er jaren was de bank overbodig en werd door de Vrienden van Twickel in samenwerking met de Juniorkamer Twente aan deze kerk geschonken.

Het koperwerk op de kansel is in 1681 geschonken en in 1683 aangebracht blijkens de koperen steun voor de bijbel.

De kaarsenkronen dateren uit 1781 en zijn een geschenk van Graaf van Heiden Hompesch, Heer van Ootmarsum en Landdrost van Twenthe.

In dat jaar werd ook de dubbele koperen armblaker op de kansel geschonken door Graaf Carel George van Wassenaer, Heer van Twickel. Deze geschenken werden de aanleiding tot het houden van avonddiensten.

Tot het 17de eeuwse meubilair hoort ook het doophek rondom de kansel, dat eveneens bewaard moest blijven en gedeeltelijk een plaats gevonden heeft bij de entree van de kerk, gedeeltelijk dienst doet als afsluiting van het Z koor en voor de rest terug te vinden is in de katheder (voor de voorzanger) op dat koor.

Het doopvont is een oud doopvont uit de (nu) hervormde kerk in Borne. Nu is het in Delden te bezichtigen.

De fresco’s in de Oude Basius zijn uniek en bijzonder gaaf.

In het middengewelf ziet met Het Laatste Oordeel uitgebeeld. Tegenover “Het Laatste Oordeel” de aartsengel Michaël met weegschaal.

In de drie bogen zijn de martelwerktuigen van de kruisdood te zien: de spons op een speer, de geselpaal en het kruis. In het laatste vak: een engel met sleutelbos en een grote ganzeveer als symbolen van de hemelpoort en het boek waarin de daden op aarde worden opgetekend. Deze schilderingen stammen uit de 15e eeuw. De wandschilderingen aan de Noordkant zijn door vocht helaas grotendeels verloren gegaan.

In het koor zijn drie gebrandschilderde ramen aangebracht. Links en rechts: nacht en dag. Het middenraam toont van beneden naar boven: eerst de symbolen van de vier evangelisten, hogerop Christus met een kind en een vrouw. Links bovenaan vormen twee gekruiste handen met kaarsen het Blasius-motief. Blasius is de beschermheilige tegen keelziekte en vele andere kwalen. Geheel rechts is het Christus monogram te zien en een aantal Griekse letters.

Onder de ramen bevond zich vroeger een zg. Hagioscoop, waarvan de betekenis niet duidelijk is, men denkt wel dat diegenen die niet tot de kerk werden toegelaten (zoals melaatsen en anderen gestotenen) door dit venster toch op het altaar konden kijken en zo deel hebben aan het Heilige. Dit venster is dichtgemetseld, maar aan de buitenzijde nog geheel gaaf te zien.

In de consistoriekamer zijn nog een paar fragmenten van brandschilderingen te zien die via een oud-Deldenaar en het Rijksmuseum Twente weer een plaats in de gerestaureerde kerk hebben gevonden.
In het koor is nog een fragment van het altaar te zien, dat waarschijnlijk tijdens de beeldenstorm vernietigd is.

De epitaaf van Frederick van Twickelo (+1545) tegen de Noordwand van de Noorderkoorsluiting en de epitaaf van Johan van Raesvelt tot Twickelo (+1604) in de Zuiderkoorsluiting zijn een zichtbaar teken van de verbondenheid van het kasteel en zijn bewoners met Delden en zijn kerk.

De kerk, oorspronkelijk gewijd aan de H. Blasius, is eigendom van de Nederlandse Hervormde Gemeente. De oudste onbetwiste vermelding dateert uit 1118. De in hoofdzaak uit bentheimersteen opgetrokken driebeukige hallenkerk is ontstaan door vergroting in de 15de en de 16de eeuw van een Laat-Romaans basiliekje.
Een duivelsrooster (varkensrooster) bij de Markt markeert de vroeger afsluiting van het kerkterrein.

Om bezoekers te informeren over de bijzonderheden van de Oude Blasius is aan de buitenzijde een informatiebord aangebracht. Tevens heeft de stichting zorg gedragen voor de plaatsing van een luciferhouten kerkje op schaal dat inzicht geeft in de bouw en constructie van de kerk. Daarnaast is er een gids beschikbaar, die bezoekers de nodige informatie verstrekt. Deze gids is te verkrijgen, tijdens de openingstijden, bij de suppoosten of bij de koster (Mw.G.Tuitert-Burggraaff, Kerkplein 2).

Beschrijving rondwandeling

Hier een korte beschrijving voor een rondwandeling. Ook is er een uitvoerige beschrijving van deze wandeling door de kerk te vinden in de ‘Gids voor bezichtiging van de Hervormde Kerk te Delden’.

Toren:

  1. Toren, waarschijnlijk voltooid in 1538, zoals de aantekening boven de glazen deur in het gewelf aangeeft.
  2. Oude kandelaar.
  3. In het torenraam vier gebrandschilderde ramen met wapens van kasteel Twickel.
  4. In de nis, naast een oude offerkist, gevonden voorwerpen.
  5. In de muren, van bentheimersteen, staan steenhouwersmerken, waaronder runenteksten.

Interieur:

6. Via de glazen deur komt men onder het Naberorgel dat stamt uit 1847.
7. Het meubilair, waaronder de kerkbanken, de herenbanken, de kansel, de doophekken bij entree kerk en bij de kansel, stamt uit de Renaissance (17de eeuw).
8. Aan de noordkant links de 17de eeuwse kostersbank.
9. Bankje uit het kerkje in het Duitse plaatsje Lage (1687).
10. Twickelbank.
11. Rentmeesterbank.
12. Reigergestoelte.
13. Het koperwerk (bijbelsteun) op de kansel dateert uit 1681.
14. Kaarsenkroonluchters en koperen armblakers op de kansel dateren uit 1781.
15. Het doopvont is afkomstig uit de oude kerk van Borne.

16. In het middengewelf, in het koor, tegen de noordkant en achter de kansel fresco’s kalkschilderingen) uit de 15de eeuw.
17. In het koor 3 gebrandschilderde ramen vervaardigd door Kees Andrea en geschonken door AKZO aan baronesse van Heeckeren.
18. Dichtgemetselde hagioscoop waarschijnlijk kijkvenster voor melaatsen en uitgestotenen). Aan de buitenzijde nog geheel gaaf te zien.
19. Fragment van altaar, waarschijnlijk vernietigd tijdens beeldenstorm (1566).
20. Epitaaf (grafsteen) van Frederick van Twickelo (+1545).
21. Epitaaf Johan van Raesfelt tot Twickelo (+1604).
22. In de consistoriekamer vindt men oude fragmenten van brandschilderingen

Dowloaden van deze rondleiding